De speciale, anti-allergische vacht van de Australian Labradoodle maakt hem zeer geliefd bij mensen met een allergie. Nu vraag je je misschien af hoe een hondenvacht hypo-allergeen kan zijn?
De verklaring is eenvoudig. Doordat deze hond geen ondervacht heeft, verhaart hij niet, er is geen rui periode.
Uiteraard verliezen ze net als mensen wel af en toe wat haar, maar dit aantal haartjes is zo gering dat het voor allergische mensen geen reacties opwekt.
Hierbij komt nog dat de haren van de Australian Labradoodle individueel groeien en dat de vacht de meeste losse haartjes vasthoudt. Daarbij komt dat een Australian Labradoodle nauwelijks huidschilfers verliest.
Een stevige borstelbeurt is wel een wekelijks terugkerende must omdat de vacht anders gaat klitten of vervilten. Deze taak wordt nogal onderschat, maar wanneer je je hier aan houd dan vind je eigenlijk bijna geen haar op je vloer.
Er zijn drie verschillende vachten:
De wol vacht – curly wool:
Deze vacht heeft gedraaide krulletjes dicht tegen de huid aan en lijkt veel op de vacht van een poedel. Deze vacht heeft ook het meeste onderhoud nodig. 1 á 2x per week goed uitborstelen, vanaf onder naar boven, laag voor laag geeft het beste resultaat.
De curly fleece vacht:
Een gekrulde vacht (vaak in spiraalvorm), hangend in gedraaide strengen die losser en opener is dan de wolvacht.
De wavy fleece vacht:
Een vacht hangend in golvende strengen. Deze vacht voelt zacht aan als van een Angora-geit en de structuur is los.
Al deze vachttypes kunnen in een nest voorkomen zoals ook verschillende kleuren. De kleur van een Australian Labradoodle kan door de jaren heen zelfs veranderen, ze worden ook weleens toverballen genoemd.
